fbpx

Opinie

Opiniestukken, uit naam van onze CEO Erik Vanderlinden

Opiniestuk : Ceci n’est pas une pipe.

Dankzij René Magritte is België het land van het surrealisme. Maar soms is het ook een surrealistisch land. Dat blijkt nog maar eens met betrekking tot composteerbaar bioplastic. Mensen feliciteren ons omdat wij met onze CompostBag® producten een mooi alternatief hebben voor het verguisde plastic. In één adem verwachten ze bovendien dat wij momenteel heel succesvol zijn. Maar dan moet ik ze zeggen dat dat in de praktijk nogal tegenvalt. Waarom? Dat leg ik je zo uit.

Bioplastic is toch ook plastic ?

Ja, dat krijgen wij inderdaad te horen als we trachten onze producten aan de man te brengen. Vooral in de retailsector, waar nogal snel grote en ferme uitspraken zijn gedaan in de zin van : “wij gaan alle plastic (verpakkingen) bannen”, botsen we op deze muur. “En plastic is niet duurzaam”, wordt er dan doorgaans nog aan toegevoegd.

Hoe zit dat nu? Is bioplastic ook plastic? Is het allemaal zand strooien in de ogen van de consument ?

Wel, het composteerbare materiaal, gemaakt uit hernieuwbare bronnen, dat The Compost Bag Company gebruikt om haar producten mee te maken, is zeker een kunststof. Ze komt niet ‘as such’ voor in de natuur. Dat heeft dat materiaal gemeen met de traditionele plastics, ja.

Maar voor het overige kunnen de verschillen niet groter zijn. Het grote probleem met de traditionele plastics is dat ze niet vergaan. Of pas na ettelijke honderden jaren. Ons materiaal verdwijnt in een industriële composteerinstallatie binnen enkele weken volledig op natuurlijke wijze. Het wordt letterlijk opgegeten door micro-organismen. En daarbij blijven er geen microplastics of zware metalen achter. Dat alles wordt gecertificeerd volgens de Europese norm EN13432 en zie je op het product door het OK Compost logo.

De traditionele plastics komen quasi volledig uit fossiele bron : petroleum, aardgas, steenkool. Maar ons materiaal wordt gemaakt op basis van planten, die elk jaar opnieuw opgroeien en geoogst worden. Daarom noemt men zo’n materiaal ‘hernieuwbaar’. Een belangrijke plant voor ons materiaal is de kardoendistel. Dit endemisch onkruid in het Middellandse zeegebied groeit op marginale, niet voor voedingslandbouw geschikte terreinen, en vereist noch irrigatie, noch bemesting. Het project om uit deze distels kunststof te maken is een veelvoudig gelauwerd voorbeeld van duurzaamheid. Een andere component van ons materiaal wordt gewonnen uit suikerbietenpulp, een afvalproduct uit de agro-industrie.

Wel ? Zo is het bioplastic dat The Compost Bag Company gebruikt toch wel heel verschillend van traditionele plastics. Vindt je ook niet ?

Zijn papier of katoen geen betere alternatieven ?

Één ding is zeker : papier en katoen worden gepercipieerd als ‘natuurlijke’ materialen, wat dan weer als ‘duurzamer’ wordt aanzien. Maar klopt dat allemaal wel in de realiteit ?

Katoen is een ongelooflijke waterzuiper. De teelt vergt tot wel 11.000 liter water per kilogram katoen. En dat meestal in gebieden waar de bevolking gebukt gaat onder chronische tekorten aan drinkwater, zoals Indië. Bovendien gaan 25% van alle pesticiden die op deze wereld worden gemaakt naar de katoenteelt, en 20% van alle herbiciden. Alsof dat nog niet genoeg is, wordt katoen in de meeste gevallen tot producten verwerkt in ‘sweat shops’ in landen waar uitbuiting en kinderarbeid schering en inslag zijn.

Om kwaliteitspapier te maken, moeten houtvezels tot een papje gekookt worden. Dat proces verbruikt veel water en energie. Maar het grootste effect op het milieu zit in de logistiek. Om één oplegger bioplastic zakjes voor groenten en fruit te vervangen door een zelfde aantal papieren zakjes heb je 3 tot 4 opleggers nodig. En dat met de bestaande verkeerscongestie ! Maar ook tot 4 keer meer opslagruimte en tot 4 keer meer handling. Bovendien zijn de zakjes niet doorzichtig, wat de controle aan de kassa van de supermarkt bemoeilijkt. De eerste gevallen van winkeldiefstal (bv. lipstick onder een aantal appels) als gevolg hiervan zijn reeds gemeld.

Laat je niet in de luren leggen.

De boodschap is dus duidelijk : laat je niet in de luren leggen. Het is niet omdat het er ‘natuurlijk’ of ‘duurzaam’ uitziet, dat het dat ook is. Kijk steeds naar alle (of zoveel mogelijk) aspecten als je je opinie bepaalt.

Bioplastic is ook plastic. En papier en katoen zijn duurzamere alternatieven. Yeah, right!  Laat je niet in de luren leggen. Ga niet enkel op je gevoel af als je je opinie bepaalt.

Ja, bioafbreekbare plastics zijn de oplossing… voor sommige toepassingen

Zaterdag 2 juni was The Compost Bag Company te gast bij VRT in het programma “De Markt”. Daarin werd er onder andere gedebatteerd over bioafbreekbare plastics. Meer bepaald: zijn bioafbreekbare plastics de oplossing voor de plastic­vervuiling?

Voor wie de uitzending heeft gemist: je kan ze herbekijken via deze link.

De nodige aandacht

Als CEO van The Compost Bag Company ben ik zeer tevreden dat dit onderwerp stilaan de nodige aandacht krijgt. Allereerst is er nog te veel verwarring omtrent de definitie van het begrip bioafbreekbaar. Vorige week hebben wij dit nog helder toegelicht op onze blogpagina. Daarnaast staat de markt ook meer en meer onder druk om een waardig alternatief te bieden voor de traditionele plastics.

Tijdens het interview met Edwin kwam dit zeer duidelijk aan bod. In de nabespreking komen nog twee andere meningen ter sprake, waar ik graag even mijn licht op laat schijnen.

The Compost Bag Company gaat volledig akkoord met de opmerking van Olivier Beys. Wij pretenderen ook niet dat onze producten alles zaligmakend zouden zijn. Maar voor specifieke toepassingen, zoals groenten- en fruitzakjes, zijn composteerbare zakjes uit hernieuwbare bron momenteel wél het best beschikbare alternatief. Bovendien met een onmiddellijk effect op de plasticverontreiniging van het GT-afval en bijgevolg de opstapeling van microplastics in de bodem. Er is eigenlijk geen goede reden te bedenken om dat niet onmiddellijk veralgemeend in te voeren.

Wat als de kost groter wordt dan de opbrengst?

Dhr. Buurman spreekt voor de recyclage-industrie en zijn opmerking is te begrijpen. Hij is vooral zeer beducht voor verontreiniging van zijn inkomende afvalstromen door onder meer “fake” bio-producten zoals oxo-degradeerbare plastics. Dat zou zijn hele waardeketen om zeep helpen. Maar wat te zeggen van het feit dat plastics ook niet ten eeuwigen dage gerecycleerd kunnen worden ?

Na 7 à 8 keer is de materiaalstructuur zo gedegenereerd en komt de functionaliteit in het gedrang. Sowieso zal 100% recyclage niet mogelijk zijn, er zal altijd een reststroom zijn. Bijvoorbeeld van plastics die zodanig verontreinigd zijn, zoals met voedselresten, dat ze niet op een economisch rendabele manier kunnen verwerkt worden. De recyclagekosten overstijgen de potentiële opbrengsten ruimschoots.

Is er leven na China?

Tot eind 2017 verscheepte men dit afval naar China : uit het oog, uit het hart. Maar sinds China dit verontreinigd afval weigert, moeten we zelf een oplossing vinden. Organische recyclage van die met voedsel verontreinigde (composteerbare) plastic verpakkingen, samen met het GFT, tot een waardevol compost kan een valabele oplossing zijn. Want compost verrijkt de bodem, zodat planten beter groeien. En uit planten kan men met bioraffinage grondstoffen voor nieuwe plastic verpakkingen halen.

Dat is ook circulaire economie en staat de materiaalrecyclage niet in de weg. Belangrijk is dat de overheid zorgt voor duidelijkheid, bijvoorbeeld in normering, identificatie van de producten en educatie van de bevolking.

Erik Vanderlinden

Een nieuwe lente, een nieuw geluid

En dit jaar is het nieuwe geluid “Mei Plasticvrij”. Als producent van kunststofverpakkingen, wil ik benadrukken dat ik dit een super goede actie vind, één die terecht alle aandacht verdient.

Waarom Mei Plasticvrij een goed initiatief is

Niet omwille van de snedige slogans en oneliners, die vaak elke nuance smoren en soms veel weg hebben van “fake news”. Niet omwille van de goedbedoelende BV’s, die zich zonder kennis van zaken als experts voordoen, en hun wervingskracht blindelings (laten) gebruiken om de opgespelde geloofspunten te verkondigen. Evenmin omwille van het overtuigde Vlaamse gezin, dat haar bijdrage aan een plasticvrije wereld kracht bij zet door naar de beenhouwer te gaan met Tupperware-dozen – vervaardigd uit … plastic. Neen, waar het mij om gaat is dat de actie bewustwording van de consument beoogt, bewustwording van zijn eigen verantwoordelijkheid. En dat is een nieuw – en aanmoedigingswaardig – geluid.

Gedeelde verantwoordelijkheid

Want al te vaak wordt de producent als grote schuldige met de vinger gewezen. “De producent moet zijn verantwoordelijkheid nemen”, roepen de overheden dan in koor. Wat ze bedoelen, is dat ze willen dat iemand anders het opruimen van zwerfvuil betaalt. Ook vorig jaar werden er weer méér plastic verpakkingen op de markt gebracht. Het gevolg van boosaardige producenten, die niets liever willen dan het milieu versmachten met hun plastic ? Neen, eerder het gevolg van demografische en socio-culturele veranderingen.

Steeds kleinere gezinnen en singles willen in de supermarkt kleinere porties vinden, die in verhouding meer verpakking vereisen De drang naar gemak of “convenience” maakt dat we niet langer een prei, een selder, enz. kopen om verse soep te maken, maar voorgesneden en gewassen groenten. En die kan je moeilijk onverpakt meenemen. We kopen ook almaar meer vooraf bereide maaltijden, die dan hygiënisch moeten verpakt worden. Producenten spelen graag in op dat soort tendensen, maar het is wel degelijk de consument die deze keuzes maakt en er dus verantwoordelijk voor is. En die consument moet daarvan maar eens bewust worden gemaakt.

Godzijdank, er zijn verpakkingen!

Afval, en in het bijzonder plastic (verpakkings)afval, is één van de grote uitdagingen van deze tijd, misschien wel op hetzelfde niveau te zien als de klimaatuitdaging. Plastics in de oceanen is vandaag het grote “buzz word” – en terecht. Maar we horen veel te weinig over de vervuiling van onze bodem door (micro)plastics. Laten we niet vergeten dat we van de bodem afhankelijk zijn voor een belangrijk deel van ons voedsel en drinkwater. En ik geef u op een briefje : als de opruiming van plastic in zee al een hele klus wordt, dan is het opruimen van plastic in de bodem een onbegonnen zaak. Beter te vermijden dus.

De bonafide producent heeft daarin een belangrijke rol te spelen, te beginnen bij het design van zijn product. Dààr moet al worden rekening gehouden met wat er met het product zal gebeuren éénmaal het zijn nuttige functie heeft vervuld en verwordt tot afval. Dat gebeurt vandaag nog veel te weinig. En natuurlijk kan ook van de producent een bijdrage worden verwacht in het beheren van deze “end-of-life” problematiek.

Net zoals de consument de onvermijdelijke verantwoordelijkheid heeft om zijn rol correct en te goeder trouw te spelen. Zwerfvuil is immers geen materiaalprobleem, zoals sommigen prediken. Het is een probleem van slecht opgevoede mensen zonder manieren. Er is dan ook geen enkel excuus voor het laten rondslingeren van afval in de natuur.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Plastic op zich is niet het probleem, integendeel : het is de voorbije decennia een zegen gebleken op tal van vlakken. Er wordt misschien nogal snel naar plastic gegrepen, maar het is dan ook zo’n veelzijdig en handig materiaal. Het is als er een eind komt aan het nuttige leven van het product dat de kat op de koord komt : het product wordt dan afval. Plasticafval wordt een probleem, vooral als het niet of slecht wordt beheerd. Dat is ondertussen uitvoerig gebleken.

We hebben dan ook met zijn allen, producenten, overheden, én consumenten, een verpletterende en gezamenlijke verantwoordelijkheid om dit niet te laten fout lopen. Het is niet met de zwarte piet door te spelen dat we dit probleem gaan oplossen. Laten we ons daar maar eens goed van bewust worden.
Daarom wens ik de bezielers van “Mei Plasticvrij” veel succes. Al zou ik het appreciëren als ze het debat zuiver zouden voeren.

Erik Vanderlinden

Opiniestuk: Bioplastics, een gesel voor de afvalverwerkers?

In het Algemeen Dagblad van 29 maart 2018 dient onderzoeker Christiaan Bolck van de befaamde Universiteit Wageningen de directeur van de Vereniging Afvalbedrijven, Dick Hoogendoorn, van antwoord.

Hoogendoorn had er voor gepleit om te stoppen met composteerbare plastics te gebruiken voor verpakkingen omdat ze een “stoorstroom” zouden zijn bij de recyclage van traditionele kunststofverpakkingen. “Voor de consument is het nu een ratjetoe” klaagt Hoogendoorn, die ook meldt dat de sorteermachines in de afvalscheiding niet overweg kunnen met composteerbare plastics.

Maar Hoogendoorn maakt er zelf een ratjetoe van door composteerbare en niet-composteerbare biobased materialen op één hoop “bioplastic” te gooien. (lees onze blog: Bioplastics: Babylonische spraakverwarring alom! voor meer juiste informatie)

Bioplastics? Que?

Dat is ook onderzoeker Chrisitaan Bolck van Wageningen Universiteit & Research niet ontgaan. Hij is niet blij met de oproep van Hoogendoorn. Volgens Bolck kan je composteerbare plastics technisch perfect recyclen, al is op dit ogenblik het aanwezige volume (0,5% van de totale Nederlandse plasticproductie) nog te klein om op een rendabele manier de recyclage te organiseren. Hij is ook niet overtuigd van de verwarring bij de consument. Sowieso ligt de oplossing in betere en intensere communicatie. Consumenten die zich beter bewust worden van de verschillen tussen verpakkingsmaterialen, gaan ook beter afval scheiden stelt hij. Bovendien kunnen composteerbare plastics een oplossing zijn voor verpakkingen die met de huidige technieken nauwelijks gerecycled kunnen worden. Het standpunt van Hoogendoorn vindt hij “erop gericht om de dinosaurussen te laten voortleven”.

Ik ben het volkomen eens met dhr. Bolck. Vandaag zijn er afvalstromen, die zodanig vervuild zijn, o.m. met organisch afval, dat ze praktisch niet te recyclen zijn op een economisch rendabele manier. Denk aan de plastic “stand-up pouches” met bv. bearnaisesaus. Je knipt er een hoek af en drukt er de saus uit in een kommetje. Hoe goed je ook probeert, er blijft altijd een deel saus in de pouch zitten. Zwaar vervuild kunststofafval kan niet degelijk gerecycled worden en ging tot voor kort op het schip naar China. Maar China wil sinds eind 2017 onze troep niet meer. Wat te doen ? Verbranden en nog meer CO2 de lucht in sturen ?

Niet minder maar meer composteerbare plastics graag

Voor de met voedingsresten vervuilde verpakkingen is organische recyclage een valabel alternatief. Dat ziet ook Bolck. Voorwaarde is dan wel dat die verpakkingen uit composteerbare materialen worden gemaakt. Zo kunnen ze mee tot compost worden verwerkt. Compost is een bodemverbeteraar, die voornamelijk koolstof in de bodem brengt. Daardoor groeien planten gezonder op. Via bioraffinage worden uit planten chemische stoffen gehaald waarmee opnieuw composteerbare plastics worden gemaakt. Zo wordt de cirkel gesloten. En daar worden we allen beter van.

Niet minder, maar juist meer composteerbare plastics dus. Zo ziet ook Bolck het. En Hoogendoorn hoeft niet te vrezen, want op deze manier organisch gerecycled komen deze composteerbare plastics niet in zijn dierbare, maar o zo delicate sorteermachines in de afvalscheiding terecht.

 

Erik Vanderlinden
CEO The Compost Bag Company

Opiniestuk: Duurzame supermarkten

De voorbije dagen werd, in de nasleep van de vertrouwenscrisis op het vlak van voedselvoorziening, door een groep consumenten en ngo’s een oproep gedaan naar de supermarkten. Hun oproep vroeg om meer aandacht te besteden aan het verstrekken van informatie over allerhande duurzaamheidsaspecten van de producten die ze verkopen.

Transparantie over de hele lijn

De onderliggende idee is dat de supermarkten meer verantwoordelijkheid moeten opnemen t.o.v. hun klanten en transparanter moeten communiceren. Consumenten zijn inderdaad meer dan hun kasticket en ze willen weten waar ze aan toe zijn. Sommigen pleiten er zelfs voor om de supermarkten nog een stap verder te laten zetten en ze de consument te laten ‘opvoeden’.

Dat geldt mijns inziens dan niet enkel voor de voedselveiligheid en de duurzaamheid van andere producten die supermarkten in hun schappen aanbieden, maar ook voor onder meer de serviceverpakkingen die de klanten meekrijgen.

Het is onderhand wel duidelijk dat de eenmalige (ultra)lichtgewicht plastic zakjes waarin de supermarkten hun klanten vers fruit en verse groenten laten verpakken niet de meest duurzame verpakkingen zijn. De EU heeft al in 2015 een richtlijn uitgevaardigd om het gebruik van eenmalige plastic zakjes drastisch te beperken. Elke lidstaat kreeg 4 jaar om die richtlijn in eigen wetgeving om te zetten en een keuze te maken tussen een radicaal verbod en een ontradende belasting. Wallonië en Brussel hebben hun huiswerk al gemaakt. Vlaanderen treuzelt nog. Maar dat mag voor de supermarkten geen reden zijn om niet proactief te ageren. Zeker als je weet dat 14% van de plastiekvervuiling van het GFT-afval bestaat uit die eenmalige ultralichtgewicht plastic groenten- en fruitzakjes. En wat komt daarvan niet als microplastics via compost in de bodem terecht?

De klanten zijn vragende partij!

Maandagavond ontspon zich op sociale media een leuk gesprek tussen enkele consumenten die het beu waren om al dat plastic mee naar huis te slepen en die de supermarkten opriepen om actie te ondernemen. Ze kwamen daarbij bij The Compost Bag Company uit. Leuk om te zien dat er voor onze duurzame alternatieven interesse is van de kant van de consument. De hamvraag is nu inderdaad : wanneer vind je dit in de winkel? Ik kan verzekeren dat wij ons uiterste best doen om de supermarkten te overtuigen. Misschien is een duwtje vanuit de consumentengemeenschap wat supermarkten nodig hebben om overstag te gaan. Daarom : duwen, jongens en meisjes ! Laat de supermarkten weten wat je ervan vindt.

Een duwtje geven kan door dit bericht te delen op uw persoonlijke sociale media via onderstaande links in de grijze balk.

Opiniestuk: materiaalrecyclage alleen is niet voldoende

“Europa eist recyclage van alle plastic verpakkingen tegen 2030” kopte De Tijd (17/1). Nu China weigert om nog langer Europees plastic afval op te nemen, neemt de EU de vlucht vooruit en wil het zwaar inzetten op volledige recyclage van alle plastic verpakkingen tegen 2030. Het ziet dit niet alleen als een milieumaatregel, maar verwacht ook maar liefst 200.000 nieuwe jobs in sortering en recyclage.

De voluntaristische houding van de Europese Commissie staat schijnbaar in schril contrast met de stellingname van de Europese plasticindustrie in haar persbericht van 16/1 : “European Plastics Industry works towards 50% plastics waste recycling by 2040”. Dit moet enigszins genuanceerd worden, want de industrie spreekt over alle plastic afval. De Commissie neemt echter enkel het plastic verpakkingsafval in het vizier. Toch blijft er een grote kloof. Ook qua timing.

Wat met organische recyclage?

Wat opvalt, is dat de industrie (voorlopig) blijft steken in materiaalrecyclage, waar de Commissie duidelijk de deur openlaat voor organische recyclage. Een klein zinnetje in het krantenartikel is bijzonder veelzeggend : “Er komen Europese labels voor biologisch afbreekbaar plastic”.

Organische recyclage werd in 2017 door Europa erkend als de spreekwoordelijke “derde weg” naast materiaalrecyclage en verbranding met energierecuperatie. Bij organische recyclage vergaan verpakkingen samen met organisch afval tot compost. Dat compost is een bodemverbeteraar die plantengroei stimuleert. Uit planten worden via bioraffinage chemische componenten gewonnen waarmee bioplastics worden gemaakt. En daarmee kunnen dan weer verpakkingen worden gemaakt. Zo wordt de kringloop ook gesloten. Cruciaal in deze kringloop is dat verpakkingen dan composteerbaar zijn. Precies dat wil de Europese Commissie nu ondersteunen. Organische recyclage is te verkiezen boven verbranding als het gaat om plastic afval dat vervuild is met organisch materiaal, doorgaans afkomstig van voedingsproducten.

Plastic verbannen, kan dat wel?

In De Standaard stond op 17/1 dan weer een artikel met als titel “Britse supermarkt bant plastic”. De diepvriesketen gaat als eerste supermarktketen ter wereld de plastic verpakkingen vervangen door alternatieven van papier en karton. Op zich een lovenswaardig initiatief. Maar “the proof of the pudding is in the eating”, zoals de Engelsen zeggen.

Er van uitgaande dat de supermarkt vooral voedingswaren op de markt brengt, zal ze met een voedselveiligheidsproblematiek geconfronteerd worden als ze alternatieven gebruikt van papier en karton. Voor veel van die verpakkingen is een beschermlaag vereist, die doorgaans bestaat uit flinterdun … plastic.

Die laag maakt het recyclen van het papier en karton een stuk moeilijker en doet veel van het oorspronkelijke voordeel teniet. Het milieu dreigt dus bij Iceland van de regen in de druk te komen. Een typisch geval van “greenwashing” ? Tenzij het beschermlaagje uit composteerbaar plastic is gemaakt. Dan kan alles in de organische recyclage. Zou men bij Iceland zo ver nagedacht hebben ?

Opiniestuk: Meeneemkoffie in composteerbare bekers? Het kan!

In de Standaard stond vandaag (8 januari) een artikel over herbruikbare koffiebekers onder de titel “Vergeet plastic zak, dit is nieuwe vijand”. In dit artikel wordt beschreven hoeveel minder afval zou geproduceerd worden als de meeneemkoffies, zoals Starbucks, niet langer in een wegwerpbeker zouden worden geserveerd. Maar in de alternatieven zoals herbruikbare bekers. Dit is een idee van de Bond Beter Leefmilieu (BBL) als reactie op een maatregel van het Londense stadsbestuur. Zij gaan voortaan een taks van 25 pence (28 eurocent) heffen op elke wegwerpbeker.

Eenmalige verpakkingen

Ik vind het een goed idee om even na te denken over eenmalige verpakkingen. De vanzelfsprekendheid waarmee sommigen zulke verpakkingen uitdelen, die doorgaans maar korte tijd nuttig gebruikt worden, staat in schril contrast met de afvalproblematiek die deze verpakkingen veroorzaken éénmaal ze niet meer nuttig zijn. De kosten van die afvalproblematiek zitten zelden meegerekend in de prijs van de verpakking. Mocht dit wel zo zijn zou men wel snel een stuk zuiniger worden. De beslissing van het Londense stadsbestuur is duidelijk genomen met de bedoeling om deze kosten in de prijs te internaliseren en zo het verbruik af te remmen.

Voorstellen om wegwerpbekers kortweg te verbieden en enkel nog herbruikbare bekers toe te laten, zijn geen probleem voor de meeneemkoffie-adepten, die zich sowieso van de ene naar de andere beker voortbewegen, maar miskent totaal de noden en het gemak van de occasionele gebruiker. En als we ons iets niet graag laten afnemen, dan is het ons verworven gemak. Is er dan geen andere manier om de afvalproblematiek op te lossen zonder aan het gemak te raken?

Is er een alternatief? Ja!

Je kan het flinterdunne beschermende plastic laagje aan de binnenkant van die papieren beker vervangen door een laagje composteerbare bioplastic. Zo wordt het geheel composteerbaar en kan de nutteloos geworden beker met het organisch afval mee in de composteerinstallatie. Compost is een bodemverbeteraar die planten beter doet groeien. Uit planten worden via bioraffinage componenten voor composteerbare bioplastic gewonnen, waarmee dan opnieuw een flinterdun beschermend laagje kan gelegd worden in een volgende beker. Zo wordt de kringloop van de organische recyclage gesloten.

Dus als het Londense stadsbestuur het helemààl goed zou willen doen, dan rekent het via de taks de kost van de afvalverwerking in de prijs van de wegwerpbeker door, maar dan legt het ook op dat de wegwerpbekers volledig organisch recyclebaar moeten zijn. Zo los je de afvalproblematiek op zonder dat je je medemens het leven zuur zit te maken.

Met composteerbare verpakkingen uit hernieuwbare (= plantaardige) bron pakken we de afvalproblematiek aan zonder aan het functionele aspect of het gebruiksgemak van de verpakking te raken. Da’s pas slim beleid!

Opiniestuk: Verpakkingen van de toekomst bestaan wel!

Het is me wat met de plastic verpakkingen. China weigert voortaan ons plastic afval, meldde deze krant (DS 6 december). De voorbije week schoot de traditionele verpakkingsindustrie zichzelf nog eens danig in de voet met een wereldvreemde stellingname over plastic zakjes in de commissie Leefmilieu van het Vlaams Parlement (DS 14 december). De zelfstandigenorganisatie Unizo voelde zich daarop verplicht om te pleiten voor verder gebruik van die zakjes als de overheid ervoor een ‘ontradende’ prijs vraagt (DS 15 december).

Dat alles getuigt van een krampachtig vasthouden aan oude denkbeelden. Verschillende leden van de commissie Leefmilieu vroegen terecht: waar blijven de verpakkingsmaterialen van de toekomst?

Er zijn nochtans alternatieven, zeker voor de plastic zakjes. Voor andere plastic verpakkingen wordt naarstig gewerkt aan oplossingen. De vzw Belgian BioPackaging, een ketenorganisatie van de nieuwe verpakkingsindustrie, is al 10 jaar bezig met de verpakking van de toekomst. Ze groepeert niet alleen verpakkingsproducenten en -invoerders, maar ook onderzoekcentra, studiebureaus, grondstofleveranciers en afnemers/gebruikers van deze verpakkingen. Ze heeft een klare visie op de toekomst van verpakkingen, die tot nog toe niet aan bod is gekomen in het debat.

Verpakkingen zijn nuttig

Wat zelfs voluntaristische professoren soms uit het oog verliezen, is dat verpakkingen heel wat nuttige functies hebben. Ze beschermen en bewaren het product. Ze voorkomen schade en verspilling. Ze verdelen het product in kleinere porties, zodat het makkelijk verhandelbaar en transporteerbaar is. Ze brengen informatie over. Het is pas als ze van het product verwijderd wordt, dat de verpakking een (afval)probleem wordt. Verpakkingsafval vermijden is in dat licht niet altijd evident, ook al mag je vragen stellen bij sommige specifieke verpakkingen.

Het klopt trouwens. Je kan inderdaad je eigen herbruikbare verpakking meenemen naar de winkel. Maar dat is wel een gedoe, waardoor slechts een geëngageerde minderheid dit volhoudt.

Hergebruik is ook niet in alle gevallen mogelijk. Het is zelfs veelal economisch en ecologisch beter verpakkingen naar het containerpark te brengen voor materiaalrecyclage. Maar als plastic verpakkingen sterk verontreinigd zijn, met voedselresten bijvoorbeeld, dan swingt het kostenplaatje van die materiaalrecyclage snel de pan uit. Dat is trouwens de essentie van het China-verhaal, waar we deze bijdrage mee zijn begonnen. Minderwaardig (lees: verontreinigd) afval werd goedkoop naar China verscheept, omdat wij er geen oplossing voor hadden. Nu ook de Chinezen er geen blijf meer mee weten, komt de boemerang terug.

Europa erkende recent een andere uitweg: organische recyclage. In plaats van te trachten materiaal te recupereren, kunnen we het materiaal samen met organisch afval laten vergaan tot compost. Compost is een bodemverbeteraar en leidt tot gezondere planten. De nieuwe verpakkingsindustrie haalt via bio-raffinage de nodige chemische bouwstenen uit planten om opnieuw verpakkingsmaterialen te maken. De kringloop wordt ook op die manier gesloten.

Zo bieden de Chinese afvalcrisis en de Europese erkenning van organische recyclage een unieke kans om echt werk te maken van een van de verpakkingen van de toekomst: composteerbare (voedsel)verpakkingen, vervaardigd met materialen uit hernieuwbare (plantaardige) bronnen. Die kunnen dan met het GFT in de organische recyclage. Dat is momenteel zeker al mogelijk voor de plastic zakjes, waarover de commissie Leefmilieu zich nu buigt.

Frankrijk, Italië, ja zelfs Wallonië en Brussel zijn ons al voorgegaan. Hoewel ze plastic zakken hebben verboden, erkennen ze de nuttige functionaliteit ervan en voorzien ze in toegelaten alternatieven. Concreet gaat het over papierzakken en zakken uit composteerbaar plastic van hernieuwbare bron.

Nu Vlaanderen nog.

2 eurocent

En de prijs? De retailers klagen dat die nieuwe verpakkingen heel wat duurder zijn dan de traditionele plastic zakken.

Ten eerste veroorzaken de huidige plastic groente- & fruitzakjes veertien procent van de verontreiniging in GFT-afval en dat levert problemen op in het composteringsproces. De kosten hiervan worden nu gedragen door (publieke) compostbedrijven, de belastingbetaler dus. En dan spreken we nog niet over mogelijke bodemverontreiniging door microplastics in compost. Het wordt dan ook hoog tijd dat de retail hier haar verantwoordelijkheid neemt.

Ten tweede: uiteindelijk is het toch altijd de consument die betaalt. De groente- en fruitzakjes worden dan misschien niet afzonderlijk aangerekend, maar ze zitten wel verrekend in de marge die de retailer op zijn product neemt. En waarover gaat het eigenlijk ? De huidige niet-composteerbare plastic zakjes uit petroleum kosten de retail ongeveer 0,5 eurocent per stuk. De composteerbare alternatieven uit hernieuwbare bron zijn er al voor 2 eurocent per zakje.

Vindt u dat als consument een onoverkomelijk prijsverschil?

Title

Shopping basket

Go to Top